Hoe lekker een biefstukje of ander geroosterd vlees ook is, een sausje maakt het net ‘af’. Veel mosterdsausjes komen neer op een lepel mosterd roeren door een bakje crème fraîche. Erg zwaar en daar hadden we geen trek in. Dit sausje is erg makkelijk te maken, snel klaar en anders dan je misschien verwacht. Eerder zoetzuur dan scherp.
Nodig voor 4 personen
1 eetlepel bloem, 1 eetlepel mosterdpoeder (Colman’s – bij de betere supermarkt te koop), 15 gram kristalsuiker, 225 ml bouillon (maakte ik van 2 blokjes Maggi – zelfgemaakt is natuurlijk lekkerder), 55 ml milde azijn (zoals ciderazijn), 1 ei, 1 eetlepel grove mosterd
Bereiding mosterdsaus
- Doe de bloem, mosterdpoeder en suiker in een steelpan en meng ze goed. Voeg kloppend met een garde de bouillon toe en daarna de azijn. Roer snel zodat klontjes oplossen.
- Vijf minuten voor je gaat eten breek je het ei boven een kommetje en voeg je een scheut van het mengsel door. Klop even door met de garde en giet het mengsel terug in de pan.
- Verhit de pan op het fornuis. Roer goed door met de garde. Blijf dit doen tot de saus dik wordt. Dat merk je duidelijk, het verandert binnen een paar tellen van waterig in dik. Neem de pan van het vuur en klop de eetlepel mosterd erdoor. Serveer direct.
Zoals je op de foto zien aten wij dit met een gepofte aardappel en komkommersalade. En lekkere biefstuk.
1 bouillonblokje is toch al voldoende voor 500ml?
Maggi-blokjes zijn voor 200 ml water. Omdat saus best sterk mag smaken gebruikte ik er 2. Wie minder hartig wil kan er ook 1 gebruiken. Reguliere bouillonblokjes zijn inderdaad 1 per 500 ml water.