Deze spareribs zijn enorm lekker, je kookt ze eerst en grilt ze daarna op de barbecue. Door de marinade worden ze lekker sappig en smaakvol. Het vlees valt bijna van de botten af, maar er zit toch een lekker crispy randje aan. Je hebt wel veel tijd en best wat ingrediënten nodig.
Dit heb je nodig voor 4:
- ongemarineerde rauwe spareribs, reken 500 gram per persoon.
Snij ze in stukken van 4 of 5 ribben, dat werkt makkelijker. - een grote pan, bijvoorbeeld een soeppan
- kippenbouillontabletten
- uien, 3 grote per persoon – in stukken gehakt met de schil er nog aan
- 50 gram suiker
- 200 ml ketjap
- 2 tenen grof gehakte knoflook, met de schil er nog aan
- eetlepel sambal
- 100 ml whisky
- flinke scheut ketchup
- 250 gram basterdsuiker
- eetlepel scherpe mosterd
Bereiding:
- Maak bouillon van de tabletten en kokend water uit de waterkoker. Zoveel als je denkt nodig te hebben om de spareribs straks onder water te zetten.
- Doe er de uien, knoflook, ketjap, sambal en suiker bij.
- Breng aan de kook, doe de spareribs in de pan en laat uurtje koken op een sudderplaatje. Het is de bedoeling dat het kookvocht alleen maar bubbelt af en toe en dus niet hard kookt.
- Zet het vuur uit na een uur en laat afkoelen.
- Maak een papje van de basterdsuiker, whisky, mosterd en ketchup.
- Smeer de spareribs ermee in,.
- Gril de ribben op de barbecue, 5 minuten per kant.
- Bestrijk de ribben elke paar minuten met het mengsel.
- Klaar!