Favoriet bij de Indiër als bijgerecht maar nog nooit thuis lekker weten te maken. Tot nu toe. Voor liefhebbers van pikant (al kun je de pepers verminderen). Je moet er wel even voor naar de toko, een aantal ingrediënten hebt je vast niet standaard in huis. Gelukkig zijn de materialen goedkoop en blijven ze jaren goed.
Nodig voor 2:
Halve bloemkool, in roosjes, iets meer aardappel – geschild en in iets kleinere stukken dan de roosjes gesneden, 1,5 el olie, theelepel komijnzaad, ¼ theelepel asafoetida, 2 gedroogde pepertjes – verkruimeld, 1 centimeter geraspte verse gember, 1 grote of 2 kleine teentjes knoflook- geperst, 1 theelepel chilivlokken, zout, ¼ theelepel geelwortelpoeder, ½ theelepel garam masala, ½ theelepel mangopoeder (amchoor).
Bereiding:
Verhit de olie in een hapjespan en bak de komijn en asafoetida aan tot de zaadjes beginnen te poppen. Voeg dan de pepertjes, gember, knoflook en chilivlokken toe. Verwarm een minuutje. Doe de aardappels erbij en laat een minuut of 5 bakken, roer af en toe. Voeg de bloemkool, zout en een scheutje water toe. Meng goed en laat nog een minuut of 5 bakken op zachter vuur. Voeg het geelwortelpoeder, de garam masala en het mangopoeder toe. Doe er nog een scheutje water bij en laat garen tot de aardappel zacht en de bloemkool gaar is. Is erg pittig, lekker met Griekse yoghurt met knoflook en koriander erdoor.