Kook jij je bloemkool nog? Met een kaassausje erover of cocktailsaus, zoals ik als kind lekker vond? Het kan zo veel lekkerder dan dat. Als je bloemkool niet kookt maar roostert wordt de smaak nootachtig. De ‘koolsmaak’ waar veel mensen niet zo van houden, verdwijnt.
Om bloemkool te roosteren, heb je weinig nodig. Een bloemkool, een oven, olijfolie, wat peper en zout en je bent er. Wij eten met zijn tweetjes een hele bloemkool bijna op, dus drie eters moet ook wel lukken, anders moet je er een bloemkool bij kopen of een hele grote uitzoeken. Dit recept gaat uit van een middelgrote kool. Wist je dat deze koolsoort trouwens heel erg gezond is? Het Voedingscentrum weet er meer over.
Bereiding bloemkool
- Verwarm een oven voor op 200 graden. Een heteluchtoven moet je op 180 voorverwarmen.
- Breek de bladeren van de bloemkool zo veel als goed gaat. Leg hem dan op zijn kop (met de roosjes omlaag) op een snijplank. Snijd de bloemkool in kwarten.
- Van elke kwart snijd je de harde stronk schuin af, waarbij je de roosjes ongemoeid laat. Snijd dan elk kwart in ongeveer 6 ‘plakken’. De bedoeling is niet om roosjes los te snijden, maar om platte stukken bloemkool te krijgen, zo veel mogelijk.
- Herhaal dit met de andere kwarten. Je eindigt met een flinke hoeveelheid bloemkoolplakken.
- Haal de kleine flintertjes eruit.
- Doe de bloemkool in een kom, meng er 2-3 eetlepels olijfolie over. Bestrooi met peper en zout en hussel alles nog eens goed door elkaar.
- Verdeel de plakken over de bakplaat. Zet de plaat in de oven.
- Na 10 minuten draai je alle stukken om met behulp van twee vorken.
- Laat nog 20 minuten bakken. De bloemkool verkleurt op sommige plekken naar bruin, dat hoort zo.
Serveer direct. Lekker met saté en pindasaus. Klik op de namen van deze gerechten om de recepten ervan te openen.